Oma's stoel is leeg

Het bruine leer weerkaatst in het bleke zonlicht dat door de grote ramen aan de tuinkant naar binnenvalt. Iemand heeft de moeite genomen de stapels literatuur en kranten die normaal op haar bureau liggen op te ruimen. Weg te leggen voor het bezoek van later. De houten Wayang Golek-poppen werpen lange schaduwen op de muren. Ik weet dat dit huis groot is, maar plotseling is het te groot. Te stil. Te stil terwijl de koekoeksklok in de woonkamer te luid is. Ik moet een jaar of tien zijn. Elf misschien. We waren daar een paar maanden eerder nog. Bij oma. Ze woonde ver weg en de reis ernaar toe was lang. Zeker in de ogen van een kind.

Bestelling van liefde

 

We speelden restaurantje. Mijn zus, broertje en ik. Met de oude jurken uit de verkleedkist. Het servies van de pop. De verfromfraaide hoed van de voorvaderen die ik nooit gekend heb. Ik las de menukaart die we zelf gekleurd hadden vanaf mijn kleine stoeltje aan de salontafel. Even gluurde ik over de rand van mijn te grote zonnebril naar mijn oma in haar stoel. De stoel waar niemand anders op mocht. Haar zwarte haar met zilveren lijnen in een knot in haar nek, vastgezet met haar haarspeld. Zij bestelde, met de krant nog voor haar neus, een flinke portie hutspot met extra wortel en extra liefde. Mijn broertje nam onze bestellingen op en liep weg.

 

De geschiedenis van een dag werd omgeslagen

De geschiedenis van een dag werd omgeslagen

 

Oma sloeg de bladzijde om van de veel te grote krant. Het geluid van ritselend papier vulde de kamer, maar de stilte die volgde was indrukwekkender. Alsof de hele wereld in die seconde even ademhaalde. Terwijl zij de geschiedenis van een dag oversloeg, was ik me plotseling bewust van haar verhaal. En in die stilte zag ik haar. Ik zag en plotseling wist ik zonder dat daar verder aanleiding voor was: dit is de laatste keer dat ik haar zie.

Ik wou dat ik geen gelijk had. Dat het niet waar was. Dat mijn kinderbrein me simpelweg voor de gek hield.

Ze zeggen dat in elk afscheid de belofte schuilt van een nieuw begin. Maar welk begin is dat dan? En waarom doet dat begin zo’n pijn?

De dagen na haar vertrek verstrijken en ik merk dat haar afwezigheid een leegte achterlaat. Hoewel het huis weer tot leven komt met geluiden en beweging, met tranen en gelach, blijft haar stoel leeg.

 

Herinnering is overal

Herinnering is overal

 

Als ik ouder word, meer begrijp en tegelijkertijd veel minder, begin ik de stilte naast oma te waarderen. Ik denk iedere dag aan haar en in mijn gedachten praat ik met haar. Vraag ik haar om advies en wens ik haar rust. Waar ze nu ook is. Oma geloofde dat ze nu bij opa zou zijn. En dus geloof ik dat ook.

Oma’s stoel blijft leeg. Natuurlijk.

De stoel zelf wordt zelfs verkocht. Maar dat is niet erg. Het ging nooit om de stoel. Oma is overal. In onze verhalen, in wie we zijn. Zelfs in de hutspot die ik nu, ruim twintig jaar later, mijn eigen kinderen serveer. Want dat is precies die hutspot met extra wortel en extra liefde.

Voor ik ga slapen, stuur ik oma nog een kushand.

Vaarwel, bijzondere vrouw.