De gebruiken tijdens een rouwstoet
In de rouwauto, die voorop rijdt, is er vaak plaats voor één nabestaande naast de chauffeur. Deze plek wordt meestal ingevuld door de partner of een familielid van de overledene. De rouwauto wordt direct gevolgd door een auto met andere naaste familieleden, zoals kinderen of verdere directe familie. Hierna volgen de auto’s met de overige nabestaanden, vrienden of kennissen. De volgorde van de rouwstoet wordt dus bepaald aan de hand van hoe dichtbij de persoon tot de overledene stond.
De rouwstoet rijdt vaak langzamer dan de rest van het verkeer. Het langzamer rijden zorgt er voor dat de volgauto’s makkelijker kunnen volgen en de aansluiting houden.
De nabestaanden en familie bepalen zelf hoeveel auto’s er nodig zijn om alle deelnemers te vervoeren. Het hangt af van het aantal mensen die willen deelnemen aan de rouwstoet. De lengte van de rouwstoet geeft aan hoeveel mensen er betrokken waren bij de overledene.
De meest voorkomende rouwauto is de zwarte lange wagen. Nabestaanden kunnen er ook voor kiezen om een ander bijzonder vervoersmiddel in te zetten. Denk bijvoorbeeld aan een camper, oldtimer of ander voertuig dat aansluit bij de persoonlijkheid van de overledene. Deze unieke touch geeft de rouwstoet een persoonlijk tintje, lees hier meer over het regelen van rouwvervoer.
Bij sommige uitvaarten wordt de rouwstoet op verschillende delen van de route opgewacht door een erehaag van mensen. Dit kunnen vrienden, kennissen en zelfs onbekenden zijn die de overledene een laatste eer willen bewijzen. De ere haag groet de rouwstoet door middel van een knikje of buiging als deze langskomt.